Koningssteden
In 1999 waren we al eens in Marokko, maar dat was eigenlijk vooral genieten van het lekkere weer en de zee. Nu wilden we wat meer van het land zien en ervaren.
Marokko is een koninkrijk en sinds 23 juli 1999 is `Mohammed VI koning. Hij is de achttiende koning van de Alaoui-dynastie die al sinds 1666 regeert.
Het land ligt in Noordelijk Afrika. In dit deel van de wereld is het erg onrustig nu; de Arabische Lente. Egypte, Libie, Tunesie, maar Jemen en Syrie zijn er ook nog niet.
Verschrikkelijk voor alle kinderen die in deze nare toestanden opgroeien.
De godsdienst is de islam en met een klein percentage joden en christenen.
De officiele taal is Arabisch en Frans is de tweede taal. Verder zijn er Berbertalen en in het noorden wordt ook wel Spaans als tweede taal gesproken.
Marokko is ongeveer 11 keer Nederland, maar dat zit ook een groot stuk woestijn (Sahara) bij.
Munteenheid is de Marokkaanse dirham (MAD) en dan is € 1,-- = MAD 11,16 MAD 1 = € 0,09.
De vlag van Marokko bevat 2 van de 4 Arabische kleuren, namelijk rood en groen. De andere kleuren zijn zwart en wit. De vlag is gebaseerd en in gebruik sinds de Arabische Revolutiedag in 1916.
Voor de rest van de geschiedenis verwijs ik je naar het internet.
Onze reis begon dus met het zoeken op internet en we kwamen uit bij Rosetta reizen, want de geplande reis met Koning Aap ging helaas niet door. Het grote voordeel van Koning Aap vind ik de grotere mate van vrijheid; niet alle maaltijden samen en dagen vrij te besteden. Maar ook Rosetta biedt ruimte voor jezelf omdat de lunches en diners niet inbegrepen zijn en ik er dus van uit ga dat we die zelf kunnen invullen.
De vertrekdag was 24 december en we vlogen met Royal Air Maroc van Amsterdam naar Casablanca.
Om 10 uur opgehaald door Mascha en naar vertrekhal 3 op Schiphol gebracht. Thuis kon ik niet on line inchecken en de reden was dat Rosetta reizen al voor de hele groep had ingecheckt en de stoelen waren willekeurig - maar wel de groep grotendeels bij elkaar - ingedeeld. Wij zaten niet bij elkaar en dus even een wissel toegepast.
De vlucht was rustig; beetje turbulentie en een uitstekende landing.
Ze houden hier van rijen: eerst een zeer zorgvuldige paspoortcontrole met stempel en daarna nog een paar rijen en nadat we de koffers hadden bemachtigd nog een, in mijn ogen, onzinnige rij. En toen we dat circus gehad hadden was het wachten op alle leden van de groep, die uitgewaaierd waren over de pinautomaten en wisselkantoren. Al met al kostte dat veel tijd, maar ach het was vakantie.
Onze reisbegeleider is Rudi, in het gewone leven aardrijkskunde leraar, maar in de vakantieperiodes soms ook reisbegeleider. Op die manier kan hij het nuttige met het aangename verenigen. Tot slot was het nog een half uurtje wachten op de bus en toen richting Casablanca. Fijn dat ons hotel in het centrum staat, want na het dumpen van onze koffers op de kamer en nog een bijeenkomst voor nog wat info en een rondje (voorstellen aan elkaar) konden we herlijk samen op pad.
Het is kerstavond, maar op een enkele verdwaalde kerstman na is hier weinig van te merken. De stad is vol leven. Een paar staanders en er ontstaat een marktkraam, een kleed op de grond en er ligt al snel handel op en al dat geroep; leuk om te zien.
Ons hotel was erg geliefd door Edith Piaff; zij kwam hier regelmatig.
Casablanca, de naam roept meteen de herinnering op aan de sfeer van de zwart-wit film van half de vorige eeuw met Humphrey Bogart en Ingrid Bergman.
Het is de grootste stad van Marokko en er wonen/verblijven meer dan 4 miljoen mensen.
Een citytour door het mooiere deel van Casablanca en daarna naar de Hassan II moskee is een moderne en kolossale moskee, die in opdracht van koning Hassan II, vader van huidige koning, gebouwd is. En de flink uit de kluiten gewassen minaret is zo'n 210 meter hoog.
Om de moskee te bouwen is een deel van de grond onttrokken aan de zee en een deel steekt ook echt over het zeewater uit. En een deel van de vloer is van glas, zodat de biddende gelovigen direct boven het water knielen en bidden. De achtergrond van deze typische bouw is een vers uit de Koran, waarin mens spreekt over ' de troon van God, gebouwd boven het water'. Prachtig om op deze manier het geloof en architectuur te kunnen combineren in een plaatje van een gebouw. Uit de hoge minaret schijnen spotlights richting Mekka aan de ene kant en richting het Vrijheidsbeeld in New York aan de andere kant. Het gebouw is bestand tegen aardbevingen, heeft elektrisch aangestuurde deuren en een uitschuifbaar dak.
Ook hier duiven; jammer voor het gebouw met al die duivenpoep...
Een gescheiden was- en reinigingsplek voor mannen en vrouwen. Er is zelfs een zwembad voor vrouwen, maar dat wordt niet gebruikt.
Mensen geven dieren regelmatig wat te eten en hier krijgt een katje kleine visjes van de man.
Een hele kleine opening bij de ogen, maar de rest is allemaal bedekt.
De Portugezen hebben in de 15de eeuw deze Atlantische kustplaats ingenomen en een nieuwe naam er aan gegeven, namelijk Casa Branca wat 'wit huis' betekent. En de kleur wit komt in vele nuances voor; van helder wit tot vuil wit.
Het is regenseizoen en alles is mooi groen. Gelukkig doet het seizoen niet wat zijn naam je ingeeft. De bus heeft geen verwarming, dus kan het behoorlijk koud zijn als de bus een nachtje in de kou heeft gestaan. Breekt de zon door, dan wordt het warmer en kan het kwik tot een heel aangename temperatuur oplopen. Zodra de zon onder gaat, aan het eind van de dag, wordt het meteen fris. Geen punt bij Karwei en bij ons, want dan loopt de dag toch op z'n eindje.
Rijdend langs de kustweg met zicht op de Atlantische Oceaan reden we verder naar het noorden en kwamen in het begin van de middag aan in de hoofdstad Rabat. Nou we zitten op stand hoor, want we kijken uit op het parlementsgebouw.In het parlementsgebouw zijn veel minder vergaderingen en bijeenkomsten als bij ons, want hier worden heel veel besluiten buiten het parlement om genomen (door van nog hogere hand).
De eerste van de vier koningssteden die wij bezoeken is Rabat en het is tevens de hoofdstad. De oude naam die uit de Romeinse tijd stamt is Sala en dat speelde zich allemaal in een heel ver verleden af; net na het begin van onze jaartelling.
Alles is mogelijk; van mooie kleding tot berg niet opgehaalde troep en we passeerden ook nog een kerkhof.
Rabat is de hoofdstad van Marokko en dat gebeurde rond 1912. Eerder waren Casablanca en Meknès uitgeroepen tot hoofdstad. Men houdt van verandering.
Frans en ik zijn er samen op uitgetrokken en zijn vele smalle straatjes doorgelopen om uiteindelijk in de Kasbah aan te komen. Onderweg natuurlijk foto's gemaakt van wat ik leuk en/of interessant vind. Van lieverlede ging de weg omhoog en dat resulteerde in een prachtig panorama over een deel van de stad en vanuit de Kasbah over de Oceaan. In de Kasbah is blauw de kleur samen met wit. Kleine mini steegjes lopen kris kras door de Kasbah; echt een wirwar aan mini straatjes. Wij hebben in Nederland maar 1 Najib Amhali, maar hier lopen er honderden rond.
Daarna zijn we aan de andere kant naar beneden gegaan en hebben de zonsondergang op de pier kunnen bewonderen.
De golven slaan hard tegen de rotsen, de zon zakt snel en een aantal jongeren genieten samen van dit tafereel.
De avond is al flink aan het vallen, zeg maar neerstorten, als we de weg naar het hotel zoeken via de steegjes met kleine kraampjes en winkeltjes.
Slakken blijken hier een lekkernij te zijn. De Marokkanen hebben erg veel gewoontes met betrekking tot eten van de Fransen over genomen en houden die nog steeds in stand. Zo is het ontbijt vaak brood met boter, jam en koffie.
Het is heerlijk levendig op straat met allerlei winkeltjes en tentjes en verkopers die hun waren vanaf een kleedje of zeil op de grond verkopen: filmpje straatverkoop
In een lokaal restaurantje gegeten en daarna naar de kamer; slot van een mooie dag.
Tweede kerstdag - en onze dag 3 van de reis –hebben we de highlights van Rabat bezocht.
Het concept van Rosetta Reizen paste goed bij ons: een grote mate van vrijheid om zelf op pad te gaan zonder de groep. Rudi, onze reisbegeleider, gaf daar waar nodig of wenselijk is extra informatie over Marokko; het land en het leven van alledag. De groep bestond uit: 16 personen inclusief de begeleider, waarvan 2 stellen en de rest singles (6 ♀ en 4 ♂).
Ons eerste doel was het koninklijk paleis van koning Mohammed VI met de vele gebouwen en prachtig aangelegde tuinen. Nadat we ons paspoort hadden laten zien, mochten we dus gewoon in de tuinen lopen en het paleis van nabij zien. Foto's maken was ook geen probleem.
Op dit gigantisch grote terrein wonen ook mensen die bij de regering werken. En natuurlijk mocht een moskee niet ontbreken.
Zo’n prachtige ingang zou voor ons dorp wel een goede upgrade zijn.
Necropole du Challah (de opgravingen van Chella): de Romeinen stichtten de stad Sala en na het verval van het Romeinse Rijk gebruikten de sultans dit gebied buiten de muren van Rabat als begraafplaats. In de 14de eeuw bouwden ze er een flinke muur omheen en zo ontstonddeze vesting. Behalve de overblijfsels van de Romeinse bouwprojecten en de graftomben van heiligen is er een mooi park met een vijver waar palingen rond zwemmen. Maar de plaats is alles behalve dood, want vele ooievaars hebben dit gebied als broedplaats uitgekozen. Het klepperende geluid van de ooievaars heb ik op mijn iphone opgenomen : filmpje klepperende ooievaars (geluid hard zetten svp).
Of het nu komt omdat we onze lease-kat Joep (kat van de buren die in beide huizen woonde) een paar weken geleden moesten laten inslapen of dat het werkelijk zo is, maar ik zie enorm veel katten en er zitten ook erg mooie exemplaren bij. Het lijkt erop dat de katten hier minder groot worden.
Tot slot hebben we het mausoleum van Mohammed V bezocht. De plek voor de tombe van Mohammed ligt naast de restanten van de Hassanmoskee (tour Hassan is de minaret), die eind 12de eeuw gebouwd werd.
Bij beide ingangen en aan beide zijden staat een paard met een wacht van de Koninklijke lansiers in het traditioneel Marokkaanse zadel met verhoogde achterkant. Ook bij de tombe staan de wachten in hun mooie Marokkaanse uniformen en kleurig beschilderde geweren.
Kentekenplaat van een auto.
St. Pierre Cathedral is een mooi gebouw en een welkome verandering vanbouwstijl.
Er rijden bijna futuristisch uitziende trams.
Eind van de middag liepen een stoet mensen die leuzen riepen richting het parlementsgebouw. De politie liet het rustig toe, maar toen ze weer weg waren stonden er in no time een stel politiemensen om de boel in de gaten te houden. Het is een soort traditie geworden dat er elke maandag op deze manier aandacht gevraagd wordt voor het feit dat men wel academisch opgeleid kan worden, maar daarna geen werk kan krijgen.
Zonsondergang vanuit onze kamer.
Meknès is een van de Koningssteden. De prachtige poort is een lust voor het oog. Ons dorp zou behoorlijk ge-upgrade kunnen worden met een dergelijke ingang.
Eind 17de eeuw verwende Lodewijk XIV - de zonnekoning - zich met een hofhouding van ongekende pracht en praal. In diezelfde tijd verkoos de tweede sultan van de Alawietendynastie - Moulay Ismaïl - Meknès tot hoofdstad. Deze stad was al sinds de 12ee eeuw een redelijk belangrijke stad. Moulay wilde deze stad omtoveren tot een stad die zou moeten kunnen concureren met Parijs. En hetzelfde gold voor het paleis en Versailles. Moulay regeerde van 1672 tot 1727 en hij begon gebruik makend van elke beschikbare slaaf, bediende, gevangen genomen christenen en leden van plaatselijke stammen aan de bouw van zijn Koningsstad.
We hebben de graanopslag gezien met de hoge plafonds en de plaatsen waar de paarden stonden.
De graftombe van Moulay Ismaïl is een stukje kunst met de grote K.
Als je matten ziet, dan weet je het al: heilige plaats = schoenen uit. Ik heb voor mijn gemak een schoenlepel in de foto tas gedaan en dat bespaart me het opnieuw veteren.
Het tegelwerk is prachtig en datzelfde geldt voor de decoratieve schilderingen, de fraaie deuren, grote sloten en houtsnijwerk. De tombe is gepositioneerd onder grote hoefijzervormige bogen.
Er gaat een verhaal dat Moulay aan de Lodewijk XIV gevraagd had om een van zijn mooie dochters aan zijn harem van enkele honderden vrouwen zou mogen toevoegen, maar dat Lodewijk dat toch niet zo'n goed plan vond. Lodewijk wilde Moulay natuurlijk niet boos maken en als blijk zond hij 2 mooie staande klokken; de klokken die aan weerszijde van de tombe staan. Ach of het waar is of niet... Er staan wel een paar klokken!
rechtsonder: een zonnewijzer.
Meknès: de 'Bab al Manour' (keizerlijke binnenstad), het grote plein, de Medina en een binnenmarkt.
Op de muur staan rechthoeken met tekens en dat zijn nog de restanten van de een of andere verkiezing; soort van Marokkaanse affiches…
De bijen weten heel goed hun weg langs het plastic naar de zoete koekjes te vinden.
Je ziet er van alles: van allerlei kleurige zoete eetwaar met de nodige bijen erop, kunstig opgebouwde torens van allerlei soorten olijven en kruiden, maar ook de afdeling van de vis en het vlees. Pens, varkenspoten, kop van een koe en ook kippen en konijnen die in een soort kooi-flat zitten. Soms staan de hokken zelfs open, maar de kippen blijven in het hok. Zouden ze zich willen verschuilen voor de beruchte wijsvinger met de betekenis: Doe die kip maar!
Toen ik 's avonds aan mijn tajine (stoofschotel die in een aardewerken pot met kegelvormige deksel wordt bereid) met kip en groenten zat, moest ik wel dubbel slikken; de gedachte aan de kippen van die middag en om mijn hap binnen te krijgen.
Moulay Idriss is een van de belangrijkste religieuze plaatsen van Marokko.
Deze plaats is vernoemd naar de achterkleinzoon van Mohammed en de stichter van Marokko. Hij ligt hier begraven en wij - de niet gelovigen/niet moslims - mogen niet verder dan de balk om een blik op de tombe te werpen (links onder).
En dat we daar mogen komen is al een hele vooruitgang, want een aantal jaren geleden was ook dat niet mogelijk.
Een kilometer of drie van Moulay Idriss ligt Volubilis; waar een groot aantal Romeinse ruïnes zich bevinden. Volubilis was in de tijd van Christus een bloeiende en een belangrijke Romeinse stad in Noord Afrika. Het is wonderlijk om te zien dat de tand des tijds nog maar weinig afbreuk heeft gedaan aan de kleuren van de prachtige mozaïeken.
Vanuit Volubilis zag je Moulay Idriss liggen. Het wordt de 'kameel' genoemd, omdat de stad door de tombe van Moulay Idriss gescheiden wordt in 2 bulten (rechtsonder).
Frans en ik zijn na het inchecken in het hotel, gaan eten. Heerlijke tajine zoals al eerder beschreven.
Daarna kwamen we terug en probeerde ik of ik van wifi gebruik kon maken. Een medewerker van het hotel was erg behulpzaam, maar het niet versleutelde wifi systeem was zo vrij niet en de code wist hij ook niet.
Op de kamer was er geen afstandbediening van de Blower/airco te vinden en aangezien het koud was op de kamer wilde ik dat ding wel aan hebben.
De vriendelijke man kwam mee naar boven en zette het apparaat aan met zijn afstandsbediening, stelde de temperatuur in en legde uit hoe wij hem aan en uit konden zetten. Bij het weg gaan zei hij dat het koud was en wees naar de fles Pastis en vroeg of hij een glaasje mocht tegen de kou. Tuurlijk monsieur Froid en het borrelglaasje mocht hij houden als aandenken. Ben benieuwd of hij het morgen ook koud heeft...
Fès is de oudste en grootste Koningsstad van Marokko. De stad bestaat uit 3 steden in één! De eerste stad is Fès Bali en deze stad werd in de achtste eeuw door de Idrisiden gesticht. Een vijfhonderd jaar erna bouwden de Mariniden een groot aantal Spaans-Moorse bouwwerken naast de oude stad en deze stad is de Fès el Jèdid. Tot slot kwam in de 20ste eeuw de Ville Nouvelle.
Een bezoek aan Fès el Bali - een ommuurde soek - is een ware belevenis. Het is een wirwar aan steegjes en straatjes en als je er niet bekend bent is het een behoorlijke klus om je weg te vinden. Rudi had dan ook een gids in gehuurd en wij hebben ruim 3 uur gelopen; zonder stops. Je ziet er van alles te koop, maar het zijn niet alleen winkeltjes... Er wonen maar liefst 300.000 mensen in dit deel. De huizen hebben een voordeur en een soort gang voor de privacy, want als de deur open gaat dan zie je dus een gang en niet het private woongedeelte. Zo'n huis is ook onderverdeeld in 5 of meer voordeuren en achter elke voordeur woont een gezin. Er is echter per huis maar 1 meter voor de elektriciteit en water. Dus moeten er duidelijke afspraken gemaakt worden over het verbruik. Om dit verbruik om te kunnen rekenen naar elk gezin, maakt men gebruik van een aparte rekenmethode. Men telt het aantal lampen dat men heeft en voor elke lamp staat een bepaald verbruik. Alleen de lamp van de wc wordt niet geteld omdat iedereen naar diezelfde wc gaat en dus de stroom ervan gebruikt. Maar heeft iemand een koelkast en de ander een tv, dan verrekend men het stroomverbruik dus in lampen, bijvoorbeeld een tv staat gelijk aan 2 lampen.
Er zijn in deze stad veel punten waarop men gratis water kan tappen. Tegenwoordig zet men steeds vaker een kraan op zo'n fontein, maar bij een aantal fonteinen is dat nog niet het geval en dan stroomt de hele dag en nacht het water door en vloeit weg; pure verspilling.
Sommige huizen en bedrijven hebben wel een kraan in hun eigen huis, maar halen toch water bij de fontein want dat is gratis. En dan staan wij Nederlanders bekend om onze zuinigheid!
Natuurlijk zijn we een aantal werkplaatsen annex winkeltjes binnen geweest. De eerste was een weverij en daar heb ik een paar sjaals gekocht.
Leerlooierijen waar de huiden van schapen, koeien en geiten geverfd worden. Het is een zware klus. Niet alleen het verwerken ervan, maar ook de lucht die al die verfbaden voortbrengen kan nooit gezond zijn. Het is wel een mooi en kleurrijk gezicht, maar ik kan me niet voorstellen dat die mannen oud worden.
De echte inwoners van Fès dragen gele puntig toelopende slippers: babouches. Andere lederwaren zijn tassen, riemen enz.
De foto's laten zien dat het er druk, vies, vol enz. is, maar denk er zelf ook even de bijpassende luchtjes bij want die krijg ik niet op de foto. Dus bij het vlees een lucht van vlees wat zonder koeling ten toon gespreid wordt, de lucht bij vis is een makkie en verder ...vul maar in.
Het is slalom lopen en soms van hot naar her springen, want men houdt niet een kant aan om het allemaal wat soepeler te laten verlopen. Nee men loopt gewoon en daarbij komen nog de diverse ezels en muilezels die topzwaar beladen de Médina doorkruisen en ook trappen op en af moeten lopen. Je hoort ze niet aankomen, omdat ze een soort van rubberen of lederen hoefijzerschoentjes aan hebben. Soms gaat het ook mis, want wij zagen een paar zeer zwaar beladen ezels waarvan de bepakking ging overhellen. De ezels wilden niet verder lopen, maar werden verplicht om dat wel te doen. Gevolg dat bij de een de vracht eraf viel en de andere ezel viel met bepakking en al. En naast de dieren rijden er nog volgepakte door mensen geduwde karren en lopen ook mensen met grote dozen enz. rond. Als je dichtbij geroep hoort, dan kan je dus maar het beste even supersnel naar de zijkant gaan, want ze stoppen niet en houden ook niet in en gelijk hebben ze: tijd is geld en zeker hier!
De steegjes zijn echt erg smal en sommige steegjes schuurde je bijna aan beide zijden tegelijk tegen de muur.
Als men hier trouwt dan zegt men dat men in de Golden Cage (gouden kooi) stapt. Volgens het geloof moet men trouwen en als iemand al wat ouder wordt en nog steeds niet getrouwd is, vraagt men wanneer die persoon zijn belofte aan het geloof in vervulling zal laten gaan. De huwelijkse attributen hebben een heel hoog bling-bling-gehalte. Er worden ook wel wedding planners ingehuurd om alles te regelen en die verhuren dan die troontjes enz.
Naast trouwen en kinderen krijgen is er ook het eind van het leven. De gele kist is een doodskist, maar de afmetingen zijn erg beperkt.
Een slimme kat want die heeft de benedenverdieping van een eetmogelijkheid in bezit genomen (links onder).
De mooie stenen taps toelopende potten zijn de tajine’s. Daar kookt men heerlijke prutjes eten in, bijv. kip en groenten en aardappelen of de visvariant.
Het rechter wiel zit helemaal scheef, maar dan nog is het voertuig te gebruiken. Men gooit hier niet snel wat weg en men repareert veel. Onze weggooicultuur is hier nog niet door gedrongen, maar wel is het gebruik van plastic in opkomst en dat is jammer want dat is natuurlijk niet afbreekbaar.
Tandenstekertjes zijn die kleine geel-bruine dingen [linksonder]. Ik weet niet van welke plant ze afkomstig zijn, maar heb ze al in meer landen gezien; erg functioneel als je geen tandenborstel hebt.
Op de foto rechtsonder zie je ook weer de rechthoeken met tekeningen op de muur, de ‘verkiezingsaffiches’.
Na de lunch zijn we naar het Koninklijk Paleis (Dar el Makhzen) gegaan ]rechts]. Hier verblijft de koning als hij in Fès is. Ach de een neemt zijn tentje of caravan mee om te overnachten en de ander heeft een paleisje hier en daar. Deze koning is met een burgermeisje getrouwd en dat was een behoorlijke verrassing.
Op de Joodse begraafplaats staat de tombe van Solica; een 17 jarig meisje dat begin 19de eeuw leefde. De koning had zijn oog laten vallen op dit mooie Joodse meisje en wilde haar als vrouw onder voorwaarde dat ze moslima werd. Dat weigerde ze en nog dezelfde dag werd ze geëxecuteerd. Haar tombe (links onder) is een soort bedevaartsoordje voor veel mensen.
Aansluitend een museum alias een Winkel van Sinkel bezocht en tot slot nog een wandeling door de Joodse wijk.
De Joodse wijk is brede van opzet en dat was ook nodig, omdat zij wel een balkon lieten bouwen en daar heerlijk op gingen zitten om te kijken naar het leven op straat en gezellig te kletsen (links onder).
Een prachtig uitkijkje over Fès (rechts onder) vanaf de zuidelijke burcht. Tot slot nog een pottenbakkerij bezocht. Heel bijzonder hier waren de stukjes steen die met een scherpe hamer in model werden getimmerd. Eerst worden er namelijk tegeltjes gebakken en geverfd en daarna worden daar de mozaïekstukjes van gemaakt. En die stukjes worden ondersteboven volgens een vast patroon neergelegd. Als het klaar is, dan wordt er een soort lijm over gegoten en omgekeerd. De werknemers worden niet per uur betaald maar per wat ze gemaakt hebben. Hard werken levert dus meer geld op.
Toen we aan het eind van de dag in het hotel aan kwamen, stond onze meneer Froid er ook. Dus ik aaide hem eens over zijn arm en vroeg of hij het nog koud had. Hij beaamde dit lachend en pakte mijn beide handen vast alsof hij ons al jaren kende. We waren benieuwd welke truc hij zou bedenken om aan zijn borreltje te komen, want dat hij zou komen was voor ons zeker. En ja hoor, na een tijdje werd er op onze deur geklopt en gaf hij een papiertje met allerlei letters en cijfers voor een mogelijkheid om de wifi te gebruiken. En op de vraag of hij nog een borreltje tegen de kou wilde straalden zijn oogjes een vurig JA en hij ging zijn glas halen en zal ongetwijfeld genoten hebben van zijn versnapering.
Dag 6 van de reis was een lange reisdag.
Onderweg was erg veel politie en dus zal de Koning wel in de buurt zijn of komen. Als de koning in de buurt is, dan is er een hoge mate van beveiliging en zie je om de 100 meter of per oprit een of meer agenten staan.
De koffiestop in Ifrane was koud, maar ik kon gebruik maken van de wifi van het hotel en heb dus even gemaild. Ifrane ligt op 1600 meter. De apen die in de cederbossen zouden zitten, waren waarschijnlijk met vakantie. Geen aap gezien, tenminste de diersoort. De reden kan zijn dat er geen afval aan de rand van de weg meer lag, omdat dit opgeruimd was vanwege de koning. Apen komen op dat afval af, maar als er niks te halen is dan hoeven ze ook niet te komen. Slimme apen.
Er zijn uitstekende wintersportfaciliteiten.
Verder lijkt het meer of je in Frankrijk bent dan in Marokko als je naar de bouw van de huizen kijkt. Echt veel was er niet te zien. Zou voor mij geschrapt kunnen worden, maar ja dan ontneem je een ieder wellicht ook de kans op zijn/haar koffiepauze en sanitaire stop.
Een paar Nomadennederzettingen. Prachtige kinderen die zich achter hun mama verschuilen, die hen zal beschermen tegen die vreemde mensen.
De nomaden lijken arm te zijn, maar zijn dat niet altijd want ze kunnen erg grote kudden met schapen hebben en dat kan ook flink in de geldelijke papieren lopen. De oude tenten zijn veelal veranderd in houten frames die met plastic afgedekt zijn. Er zijn zelfs nomaden die hun kuddes met de vrachtauto vervoeren van de ene naar de andere plaats om de dieren weer te kunnen laten grazen.
Velig achter moeders schort.
Je ziet ook dat de mensen snel door hebben waar ze geld mee kunnen verdienen, want bij de tweede stop voor het landschap, zette een vrouw snel een kindje op een ezel. Ja de combinatie kinderen met dieren doen sneller een aanslag op de emotie, kunnen dus sneller het hart en in het verlengde daarvan de portemonnee van de toerist bereiken. Dat wil ik niet stimuleren en neem daar geen foto van.
Het alfabetisme is zo'n best hoog, maar er is toch altijd nog een behoorlijk percentage van de bevolking analfabeet. Er is leerplicht maar geen controle en het gevolg is dat mensen die veraf wonen en/of mensen die hun kinderen niet naar school sturen niet verplicht worden om hun kinderen te laten leren.
We reden door het Middel Atlas gebergte en 2178 meter hoog is de Col du Zad; het hoogste punt.
Vrachtwagen heeft de bocht gemist en is door ijzeren rand langs de weg geschoten. Het lukte niet om het gevaarte met de aanwezige kraanwagen eruit te trekken. Er waren meer hulptroepen en materieel nodig.
Een wandeling langs de weg en door de Zaabaltunnel. Prachtig uitzicht.
Nog een stop in de Vallee de Ziz. Onder stroomde het riviertje nog en zorgt ervoor dat de vegetatie groen is.
Al uren reden we door de woestijn. Als men het woord woestijn hoort, dan denkt men meestal aan een grote zandbak. Maar dat klopt niet. De woestijn is ook vulkanisch gesteente en oases.
Erfoud is de laatste garnizoensstad voor Algerije en ligt dus in de Sahara.
Een groot deel van de groep ging naar de woestijn, maar wij hebben lekker een vrije dag genomen. Uitgeslapen, uitgebreid ontbeten en nog even op ons terras gezeten en toen een wandeling naar het dorp. Het zal een kilometer of drie zijn. Daar heerlijk rondgestruind en wat kleine souvenirtjes gekocht na eerst natuurlijk een flinke onderhandeling. Het is een dorp dat aardig aan het vernieuwen/ verbeteren is, maar het gaat wat traag. Een auto stuift voorbij vanwege het zand, zelfs een fiets kan zand verplaatsen door alleen maar rustig te trappen. Toch kozen we voor het terras dat aan deze weg lag, want het was er heerlijk levendig en daar heb ik wat zanderig stof op mijn eten best voor over.
De huizen zien er hier anders uit dan waar we eerder waren en de manier van bouwen is ook anders. Hier wordt gewerkt met wat gruisachtig spul wat ook wel aan de zijkant van de weg te vinden is, dat vermengt men met wat water, poep van het vee en stro. De kleuren van de huizen zijn rood, geel en bruin.
Een heel apart vogeltje: zwart met een wit kopje (rechts onder).
Hier worden veel boerka’s gedragen en dan zie je een totaal zwart omhulsel waar een vrouw in zit. Alleen deoven zijn nog vrij. Maar als je zo' n ingepakte vrouw van de zijkant ziet, dan moet je echt naar de voeten kijken om te weten welke kant ze uit zal lopen, want gelukkig steken de voeten uit.
De vrouw loopt met een kind - dat ze nonchalant onder haar linkerarm heeft geslagen – over straat.
Er wordt regelmatig gebedeld, soms worden kinderen op je af gestuurd of moeder met kind komt om geld vragen.
Geen fietsstoeltje nodig als je een fietsmandje hebt... En rechts een stoere motor.
Abdullah (foto linksonder) sprak ons al tijdens onze wandeling naar het dorp aan en vroeg of we sierraden enz. wilden kopen. Hij brengt mogelijke klanten aan en krijgt daar dan wat voor van de eigenaar van de winkel. Nu hadden we net thee gekocht bij een thee winkel toen we Abdullah zagen en hij natuurlijk ons. Het bleek dat de eigenaar van de theewinkel ook de eigenaar was van de andere winkel. Ik vertelde dat we kwamen kijken vanwege Abdullah, in de hoop dat hij extra geld zou krijgen van zijn baas. De man had een glad praatje dat Abdullah een goede man is en dat ze allemaal familie zijn omdat ze in dezelfde kasbah wonen. Overal had hij wel een antwoord op, want toen ik zei dat hij een mooie jurk droeg en Abdullah niet, zei hij dat het vrijdag en dus een gebeds- en vrije dag voor hem was en dat Abdullah niet bad. Jaja...
Meneer Jurk vroeg erg veel voor de dingen die ik mogelijk wel wilde kopen en deed zielig. Wij hebben de prijs betaald die wij vonden dat het waard was en dat zal vast nog te veel zijn geweest, maar dat vind ik geen probleem.
Asfalt is hier beperkt en dus laait het zanderig stof hoog op als er een voertuig voorbij komt. En het gaat overal doorheen. Ik had zelfs een stofje op de beeldchip van mijn fototoestel.
Deirrigatiewerken van weleer bevinden zich ondergronds. Boven de grond zie je kleine bergjes met in het midden een gat. Door dat gat kon iemand naar beneden gelaten worden om bij instorting de doorgang weer mogelijk te maken en/of te controleren of alles goed is. Tegenwoordig maakt men gebruik van een soort goot waar het water door loopt, maar echt praktisch is het niet. Want als het 50 graden is dan verdampt er al veel water eer het bij de plaats van bestemming is.
Inpakken en wegwezen. Wij reden door het Hoge Atlasgebergte en hoog is het zeker! Bovendien wordt er weinig gebruik gemaakt van bermafscheidingen, dus als je een verkeerde beweging maakt dan rijd je zo omlaag de diepte in.
Tinerhir bij Chez Michelle supermarket hebben ingekocht voor oudjaarsavond. Michelle is een Francaise die al jaren lang een winkeltje heeft en naast dit winkeltje, in een van de straat met een rood zeil afgeschermde deur, worden alcoholische dranken verkocht. Zij heeft een licentie gekregen en dat is erg bijzonder, want in dit deel van Marokko is alles zeer traditioneel en dat zie je aan de zwart ingepakte vrouwen en het feit dat er nergens drank wordt geschonken of verkocht.
We reden langs prachtige Oases met dadelpalmen en rood lemen huizen.
Daarna de Todra kloof bezocht. Wat een gigantische bergen, wat is de natuur toch prachtig en vooral ook machtig! Heerlijk gegeten en wat gewandeld.
Ik zag een jongetje tegen de berg wat plantjes verzamelen. Hij klauterde met het grootste gemak tegen de berg, maar even niet opletten en hij ligt beneden.... Foto rechtsonder zie een wit stukje en dan is het jongetje klimmend tegen de berg en links onder ingezoomd.
De rit ging verder over de bergkam met vergezichten en diepte gezichten. De weg was smal en slingerend met veel haarspeldbochten. Het vak van buschauffeur moet je echt liggen. Een paar keer scheelde het heel weinig of we hadden een botsing.
Eind van de middag - zo tegen 18 uur - kwamen we aan in het hotel in Dades Gorges in de Dades kloof. We wisten al dat het er koud zou zijn en er geen airco of cv aanwezig was. Ja dat klopte. De kamer kon je iets minder koud krijgen door gebruik te maken van een mini straalkacheltje; het had meer weg van een gezichtsbruiner. Na een uurtje stralen was het 12.1 graden in de kamer. De douche/wc ruimte was nog kouder. Ik heb mijn record snel douchen zeker verbeterd.
De nacht was zo koud dat ik niet kon slapen, maar dat was niet erg want de nacht was kort. We hebben met de groep oud en nieuw gevierd en er waren ook lokale djembe spelers aanwezig. In dit hotel werd geen alcohol geschonken, maar zij stonden het wel toe dat wij alcohol dronken. Aan het eind van de avond, toen de meeste mensen naar bed waren, waren ze dolblij met de wijn en andere drank die er nog stond. En onze djembe speler/alias wandelgids wilde ook nog wel een jointje roken. Hoe hij hem ervaren heeft hebben we niet meer meegemaakt, want toen was het bedtijd voor ons.
Het was namelijk al een uur of 2. Ik was blij dat ik rond half 9 uit mijn bed kon, want de kou was enorm. Bij de bali aangegeven dat ik van kamer wilde wisselen, want gisteren was een kamer beneden niet mogelijk omdat het hotel vol zat. Dus alles verhuisd en de kamer betekende: geen trappen lopen en een AIRCO!
Een wandeling naar het dorp en geluncht op een terras. De vrouwen sprokkelen hout van planten en dat doen ze waarschijnlijk om op te koken en om het wat warmer te krijgen. Hele grote takkenbossen sjouwen ze op hun rug.
De mensen zijn allemaal erg vriendelijk en een 'Bon jour' wordt altijd met hetzelfde beantwoord en dan volgt er nog 'ca va?'
De drie meisjes halen knollen, lijken een soort aardappelen, uit de grond. Bij ons zouden kinderen een volkstuintje hebben, maar hier is het toch echt in opdracht van ouders dat kinderen dit doen.
De geit dacht zeker dat we aangebeld hadden...
Een centrale plaats om water te halen en de was te doen. Kinderen worden ook bij deze buiten huishoudelijke taken ingezet. Ze lopen met emmers wasgoed op en neer van huis naar de wasplaats.
De aparte rotsvormen worden door de Marokkanen ook wel hersenen genoemd en de reden is duidelijk.
De scholen en de ziekenhuizen zijn onder te verdelen in particulier en staats. De particuliere scholen/ziekenhuizen kosten geld, maar zijn beter. Zo moet de familie die een zieke in het staatsziekenhuis heeft liggen, zelf voor het eten van die zieke zorgen.
De inslag van de Fransen is ook terug te vinden in de hurk wc's. Een hurk wc bestaat uit 2 voetstappen links en rechts van een gat en dan moet je dus je voeten op die voetstappen plaatsen, hurken en doen wat je moet doen. Daarna een half afgesneden plastic fles of een emmertje met wat water vullen om door te spoelen.
In Sokura een souq bezocht. Van alles en nog wat is er te koop
De handen zijn van de mevrow links; heel bijzonder.
Het is heerlijk om hier te lopen. De mensen hebben vaak getekende maar prachtige gezichten; mooie kleur en rimpels alsof een kunstenaar ze erin heeft gegutst.
Ik kan niet goed inschatten hoe oud de mensen zijn, want het leven hier is totaal anders dan het onze. Als ik zie hoe de werkomstandigheden zijn, dan zou onze Arbo er van griezelen en groot alarm slaan. Hier is het gewoonste zaak van de wereld.
Op de markt heerlijke mandarijnen gekocht.
Weer tijd om te vertrekken en de rit is adembenemend mooi. De Eskimo’s hebben veel namen voor de kleur wit, maar de Marokkanen zouden met hen kunnen wedijveren voor wat betreft de kleuren van de bergen.
De stipjes in de diepte zijn huizen, dorpjes. We zitten erg hoog op 1660 meter en ik ben blij dat ik geen buschauffeur ben geworden.
Agdz is een dorpje waar we geluncht hebben. De man ligt zijn waren – dadels – te verkopen. Maar hij was wel alert want als hij iemand naderbij hoorde komen, keek hij op of hij alsnog overeind moest komen.
In deze plaats zou een geheime gevangenis zijn en als iets geheim is, dan is het niet pluis!
Frans had even een kopje geleend…
De bijen smullen van al het lekkers. Ze kruipen overal in en onder bij die dadels. Het ziet er sowieso al erg plakkerig uit en ze zullen dus wel mierzoet zijn.
De mensen hier houden van zoet en dat is terug te vinden in de versnaperingen zoals koekjes en de mint thee, maar het resultaat van al dit alles is te zien aan de slechte gebitten en dat in combinatie met een povere gezondheidszorg voor de gemiddelde Marokkaan…
De route ging verder langs terrakleurige lemen forten over de 'weg van de 1000 kasbah’s' door de vallei van het riviertje de Draa.
We hebben ook een kasbah bezocht.
Het schilderij laat de situatie zien zoals het vroeger in de kasbah gebruikelijk was.
Tamegroute is een klein plaatsje op zo'n 20 km afstand van Zagora.
Daar hebben we een hele oude bibliotheek (van 1663) bezocht waar rond de 4000 boeken bewaard worden. Een diversiteit aan boeken uit verschillende landen, bijvoorbeeld dichtbundels, wetenschappelijke boeken maar ook boeken over de Koran.
Een Koranschool is verbonden aan d bibliotheek en de moskee in de buurt. Benasar was de stichter van dit complex. Aan de zijkanten van het plein liggen of zitten mensen met geestelijke problemen. Zij kwamen daar naar toe voor genezing, maar zo lang dat niet gebeurt blijven ze daar en krijgen dan wat te eten.
Ons alfabet heeft 26, het Berbers telt er 33 en het Arabisch 28 tekens.
Een prachtig groot en vooral ook oud slot.Een prachtig groot en vooral ook oud slot.
Daarna een kasbah bezocht waar veel mensen wonen. Alles is er stoffig en primitief in onze ogen.
Een zeer smalle brievenbus op deze koperachtige deur (links onder)
Tot slot een pottenbakkerij bezocht. Een man is aan het werk met een potlood en daaromheen een lapje om de pot te verven.
Daarna koffie/theepauze bij Jnane dar Diafa. Maar het was zo heerlijk in die mooie tuin dat we besloten om er ook te lunchen.
Wij zitten nu niet ver van Algerije af, maar een duidelijke grens is niet
aan te geven. In het noorden is die grens er wel, maar hier strijden de beide landen omdat er mogelijk belangrijke delfstoffen in de grond zitten en ja en zonder goede afspraken kan het zijn dat het ene land ineens een 'goudmijntje' binnenheeft gehaald als de grens vast ligt...
Wij zitten nu niet ver van Algerije af, maar een duidelijke grens is niet aan te geven. In het noorden is die grens er wel, maar hier strijden de beide landen omdat er mogelijk belangrijke delfstoffen in de grond zitten en ja en zonder goede afspraken kan het zijn dat het ene land ineens een 'goudmijntje' binnen heeft gehaald als de grens vast ligt...
De weg naar Tombouctou.
Een mooie kaart hing in het hotel.
De weg ging weer hoog en kronkelig door de bergen. Ik heb bewondering voor de chauffeurs m.n. van bussen en vrachtwagens, want het is behoorlijk steil en dan al die bochten en tegenliggers ontwijken op de toch vrij smalle weg. Het merendeel van de weg is goed met hier en daar slechte stukken.
Een deel van een vrachtwagen lag in het ravijn; eruit halen kost te veel
Kasbah de Taourirt is een groot complex met kamers, gangen enz. Wat je mist zijn de meubels en gebruiksartikelen. Je krijgt dus wel een indruk van het woongedeelte, maar een meerwaarde zou zijn als er - al was het maar 1 ruimte - ingericht zou zijn zoals men daar en toen of nu leefde/leeft.
Ik elk geval is een bezoek aan een kasbah bijna gelijk aan een ochtendje in de sportschool, want je moet over ongelijke steegjes en hele hoge treden...
Musee du cinema is tegenover de kasbah en we hadden tijd over, dus ook daar maar meteen een bezoekje gebracht. Leuk opgezet en net groot genoeg. En daarna nog even in de straatjes gewandeld.
Als gevolg van een staking van taxi chauffeurs in Ouarzazate was de weg geblokkeerd. Rechts onder een van de studio waar beroemde films zijn opgenomen, zoals Asterix & Obelix, de Gladiator, the Mummy en nog veel meer.
Aït Ben-haddou Kasbah is een gigantisch complex een aantal kilometer buiten Ouarzazate. Bij de ingang staan een aantal mannen en er hangt een bordje dat het omgerekend ongeveer €1,-- kost om binnen te komen en dat het geld voor de renovatie van de kasbah is. De andere ingangen hebben zij min of meer gebarricadeerd en daar kan je niet goed door. Ze hebben geen licentie en je krijgt geen kaartje, want het geld verdwijnt in hun eigen zak.
Kasbahs werden op strategische plekken gebouwd, bijvoorbeeld op een kruising van wegen waarlangs de karavanen trokken.
Ouarzazate wordt ' de poort tot de woestijn' genoemd; de drempel van de zuidelijke Sahara. Het is een nieuwe stad die in 1928 als garnizoenspost werd gebouwd. Ene Dimitri was kok bij het Franse legioen en nadat de Fransen vertrokken is Dimitri hier gebleven en is nu eigenaar van een restaurant en een winkel.
Om bij de kasbah te komen moesten we eerst via zandzakken over het water.
Een leuke vingerwijzing naar de films is de rotonde versiering (onder).
Vroeg uit de Marokkaanse veren en op weg. Wat ik niet verwacht had was dat we weer door of eigenlijk over de bergen heen moesten om in Marrakech te komen. De Hoge Atlas is echt hoog. Op het hoogste punt reden we op 2260 meter. Honderd meter lager heb ik een aantal foto's gemaakt tijdens de foto stop. En ook een paar vanuit de bus. Hoewel de weg goed is, is het toch een spannend gebeuren. De weg slingert om de bergen heen en de bochten zijn vrij scherp en volgen elkaar snel op. Daar komt bij dat de bus behoorlijk lang is en de tegenliggers meestal flinke vrachtwagens zijn. Een paar keer was het bijna raak. Het is dat onze bus geen uitstekende spiegels heeft, maar anders... Natuurlijk is het uitzicht wel prachtig op die hoogte en zie je ook ongeveer waar je naar toe moet, maar dan niet rechtstreeks omlaag maar gebruik makend van de weg.
We hadden geluk met het heldere weer, want mist of sneeuw zou de tocht ernstig bemoeilijkt kunnen hebben. De sneeuw op de toppen was erg dicht bij gekomen. Complimenten aan de chauffeur.
Vroeg in de middag kwamen we in Marrakech aan. Het is een moderne stad met prachtig aangelegde boulevards en veel groen.
We hebben de spullen op de kamer gezet en zijn op stap gegaan. De belangrijkste straat is de Avenue Mohammed V. Dit was in Fès ook en zal in meerdere plaatsen vast zo zijn.
Een aantal kilometer verder zijn we eerst een achterafstraatjes in gelopen. Toen we niet meer wisten waar we waren, want de straatnamen staan niet altijd op de muren, hebben we de richting naar de Koutoubiaminaret gevraagd. Die toren steekt behoorlijk uit en als je hem in beeld hebt weet je welke kant je op moet. DeKoutoubiatoren staat er al een tijdje, want hij is door de Almohaden in de 12de eeuw gebouwd.
Ja en dan kom je op de Jemaa el Fna een heel groot plein en je schiet meteen in een wereld van verschil binnen. Komende van de moderne wereld naar en waarbij de tijd stil lijkt te hebben gestaan.
Jemaa el Fna betekent ' verzamelplaats voor de gestorvenen'. Een niet toepasselijke naam voor het hier en nu, want het is er meer dan levendig. De naam is ontstaan doordat een meedogenloze sultan de hoofden van mensen die hem niet aan stonden, op dit plein etaleerde.
Het plein is reuze gezellig en tussen 16 en 17 uur is het een drukte van jewelste. Allerlei karren volgestouwd met spullen trekken naar het plein en dan zie je overal eet- en drinkkraampjes. Maar ook slangenbezweerders, mensen met aapjes, toekomst voorspellers, muzikanten, henna tatoeages, de waterventers in hun prachtige kleding enz.
De mensen op het plein zijn gewiekst en proberen de toeristen te verleiden tot het samen op de foto gaan met hen als muzikant of met apen op je arm of schouder of slangen om je nek te doen.
Vader en zoon denk ik. De vader heeft een komisch bekkie.
De laatste dag in Marrakech gingen Frans en ik al om 9:15 uur op pad. Eerst een stuk gelopen en daarna de speciale sight seeing bus genomen. Zo'n bus is aardig omdat je dan toch nog wat speciale plekken bezoekt en je op bepaalde plaatsen uit en weer op kan stappen. We hadden een 24 uurs ticket gekocht.
De lantaarnpaal is al lang kapot zo te zien, maar of hij ooit gemaakt zal worden???
De muur [foto onder] is in de 12de eeuw gebouwd en is maar liefst 9 kilometer lang, 2 meter dik en 5 meter hoog. Hij is gebouwd van rode klei, een snel drogende lijm en met gaten verspreid over de muur. De muur is erg solide en. Door de speciale manier van bouwen heeft het veranderende weer (warm en koud) geen invloed op de muur. Het nut en/of doel van de gaten heb ik al eerder uitgelegd.
Een vuilcontainer wordt druk bezocht door een paar mannen. Ze begroeten elkaar met een omhelzing. De kleding is aan een wasbeurtje toe.
Onder een prachtig nieuw station.
We kochten broodjes en ook in de bakkerswinkel stikt het van de bijen.
Prachtige tuinen bij de graftomben van de Saadiërs. Hier liggen de Saadische koninklijke families begraven. Prachtige Carramarmer, vergulde plafonds en geglazuurde tegels. Daarbij nog het pleisterwerk en cederhout.
Hier ligt de grote Ahmed el Mansour, die tegen het einde van de 16 de eeuw Timbouctou veroverde.
Van allerlei kruiden en drankjes te koop al dan niet met een consult.
Deurklopper die Fatima genoemd wordt.
Theatre Royal; prachtig gebouw.
Heerlijk op een dakterras naar alle bewegingen op het plein: Jemaa el Fna bekeken. Ook een filmpje gemaakt van de drukte die te zien en te horen is. Filmpje Jemaa el Fna
CD verkoper maakt gebruik van accu om muziek op zijn mobiele verkoopkar te laten horen.
La Mamounia (onder) is een beroemd hotel. Winston Churchill heeft daar een tijd geschilderd, Rita Hayworth en nog meer bekende mensen waren daar te gast.
Reis zit er op en we keren weer terug naar ons koude kikkerlandje...