Ontworpen door Els de Crook

 

Praag

 

De Praagse luchthaven,  Ruzyòe, ligt op zo'n 20 kilometer van de stad. Sinds 1990 is het verplichte visum afgeschaft en dat scheelt een hoop extra tijd bij aankomst op de luchthaven. Met bus 119 naar het metrostation Dejvická en dan het eindpunt van lijn A en je zit in het centrum.

De metro is gigantisch diep en dus ook hoog. Als je hoogtevrees hebt dan kan je beter niet omlaag kijken als je naar beneden gaat.

Even wat feiten en cijfers uit die tijd:

Ligging: Praag is gebouwd op de oevers van de Moldau. De 300 meter brede rivier slingert zich over een afstand van 37 kilometer door de stad. De Tjechische hoofdstad heeft een oppervlakte van 497 km² en ligt tussen 187 en 397 meter boven de zeespiegel.

Bestuur: Praag is verdeeld in tien districten met elk een eigen bestuur.

Inwoners: Praag is met 1,3 miljoen inwoners veruit de grootste stad van het land.

Godsdienst: Ongeveer zeventig procent van de bevolking is katholiek; tenminste op papier want praktiserend zijn het er toch ook minder. In 1918 ontstond er, uit afkeer tegen de katholieke ideologie van de voormalige Habsburgse overheersers, een eigen nationale kerk, op basis van hussietische ideeën.

Verkeer: De efficiënte metro werd tijdens het communistische bewind in de jaren zeventig aangelegd en behoort tot de schoonstee van Europa.

Bij Praagse autodieven schijnen vooral de VW-Golf en Audi in trek te zijn.

Economie: Tsjechië en Slowakije zijn altijd de hoogovens van Oost-Europa geweest. Inmiddels zitten de Tsjechen in hun maag met een sterk vervuilende en verouderde industrie.

Door het afschaffen van velerlei staatssubsidies die vóór de Fluwelen Revolutie vanzelfsprekend aan vele bedrijven werden toegekend, schieten de kosten van het levensonderhoud nu omhoog. De lonen blijven met zo'n 250 à 300 gulden per maand ook voor Tsjechische begrippen laag, terwijl de werkeloosheid met enorme sprongen stijgt: van  in 25.000 in 1990 tot 500.000 in 1993.

Geld: de Tsjechische kroon is onderverdeeld in 100 heller (hal). Er zin munten van 1, 2 en 5 kronen en bankbiljetten van 10, 20, 50, 100, 500 en 1000 kronen.

Een heel klein stukje geschiedenis:

Met de mythische prinses Libuše begint rond het jaar 900 de geschiedenis van Praag.  Volgens de overlevering was zij de stammoeder van de Pøemysliden, de dynastie die tot 1306 onafgebroken over Bohemen zou heersen. De bekendste nakomeling uit dit geslacht is Wenceslas I, deze koning werd in 929 door zijn iets te ijverige broer vermoord. Hij is later de geschiedenis in gegaan als martelaar en heilige. Met het Engelse kerstliedje: `Good King Wenceslas'  is hij vereeuwigd.

De Karelsbrug biedt en schitterend uitzicht op het oude Praag aan de oevers van de Moldau. Het is een prachtige brug met een breedte van 10 meter. Net zoals aan de Seine in Parijs bieden kunstenaars hun waren aan in de vorm van prenten, schilderijen, sieraden enzovoort. Maar ook optredens van muzikanten gebeurt hier.

Toen de oorspronkelijk romaanse brug in 1342 door een storm was weggespoeld, gaf Karel IV in 1357 (ja hij moest er even over nadenken) zijn meester-architect Peter Parler de opdracht een nieuwe stenen brug te bouwen waarover vier wagens moeiteloos naast elkaar moesten kunnen rijden. Slimme Karel onderkende toen al het mogelijke fileprobleem.

De brug heeft een lengte van 516 meter en vertoont in het midden een knik. De houten palen in de rivier moeten de brugpeilers beschermen tegen kruiend ijs.

Aan beide uiteinden van de brug staan een aantal machtige torens, die voor de verdediging van de Koninklijke burcht en de oude stad waren bedoeld. Beide vestingwerken stammen uit de Middeleeuwen.


Deze man maakte muziek op flessen. De flessen waren verschillend gevuld met water; de een meer en de ander minder. En met handen die hij in het sop had natgemaakt, maakte hij draaiende bewegingen op de randen van de flessen en produceerde prachtige klanken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Staromestské námìsti is het oude marktplein met de patriciërshuizen, kerken en paleizen.

De beeldengroep van de 14e eeuwse ketterse evangelist Jan Hus uit 1915 wordt in de volksmond  `stronthoop' genoemd; niet echt een compliment. Maar ik moet bekennen: ik zie de gelijkenis wel...



























 

 

 

 

 

 

Rechts:  het Astronomische uurwerk is de grootste attractie van het raadhuis. Het werd in 1490 aangebracht. De onderste schijf is een kalender en stamt uit de 19e  eeuw. De buitenste ring is in 365 stukken verdeeld en verschuift om middernacht een dagje verder, de gouden pijl wijst de juiste datum aan.  De binnenste ring toont de tekens van de dierenriem en scènes die het landelijke leven karakteriseren in elk van de twaalf maanden van het jaar. De bovenste schijf is wat ingewikkelder van opzet. Op de buitenste groene ring zijn Arabische cijfers te lezen die de tijd volgens een oude Boheemse indeling aangeven. Vroeger liet men de nieuwe dag niet om middernacht beginnen, maar rekenede men van de ene zonsopgang naar de andere. De Romeinse cijfers op de blauwe schijf zijn voor de normale tijdrekening.

Verder is er ook een uit 1864 daterend poppenspel van de twaalf apostelen te zie. Terwijl de Dood met zijn ene hand een zandloper opheft en met zijn andere hand het doodsklokje luidt, trekken de apostelen voorbij, zes aan elk raampje. Ondertussen klappert de haan met zijn vleugels en kraait, terwijl de ongelovige Turk zijn hoofd schudt.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De Týn-kerk werd gedurende de tweede helft van de 14e eeuw geconstrueerd door de hofarchitect Peter Parler. Het mooiste portaal van de kerk ligt aan de kant van de Týnská. De beelden vormen een voorstelling van het lijden van Christus.

De twee 80 meter hoge kerktorens werden pas een eeuw later toegevoegd. De erkertjes aan de buitenkant waren niet decoratief maar dienden als uitkijkpost.

Het gotische interieur van de kerk is voor een groot deel verloren gegaan bij een brand in 1679.

En een stad vanaf het water bekijken zorgt altijd weer voor een andere kijk. Bovendien is het heerlijk om met lekker weer op het water te zitten.

De Moldau is prachtig en op de foto rechtsonder zie de St. Vituskathedraal krachtig boven alles uitsteken.






Hoewel wij de flower powertijd al lang achter ons hadden liggen, zag je hier toch met regelmaat de mensen van de Hare Krishna-beweging. Zij blijven hun boodschap fervent uitdragen.


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Het Gouden Straatje woonden in de 16e eeuw de goudsmeden en andere ambachtslieden die bij het hof behoorden. In tegenstelling tot  wat beweerd wordt, woonden in deze sprookjesachtige huisjes geen alchemisten, hoewel zij, evenals astrologen en waarzeggers, wel aan het hof van Rudolf II (1576 - 1611) verbonden waren. Zijn interesse ging namelijk nogal uit naar het spirituele. En natuurlijk de paleiswachten even op de foto gezet.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het Stromovka Park is ontstaan uit het koninklijk wildpark. Keizer Rudolf II liet hier tijdens zijn bewind en grote vijver aanleggen, die door de Moldau werd gevoed: het water werd via een ondergrondse tunnel geleid. In de 19e eeuw werd Stromkova als Engels park opengesteld voor het publiek. Ter gelegenheid van de landelijke jubileumtentoonstelling in 1891 werden er verschillende (Jugendstil) paviljoens neergezet. Bijzonder fraai is het uit glas en staal opgetrokken industrie- of congrespaleis, dat in een afgescheiden gedeelte staat.

 

 

 

 

 

 

 

 



De Oude Joodse begraafplaats heeft meer dan 12.000 schots en scheef staande grafzerken. Overal worden kleine briefjes met een steentje op de grafzerken gelegd voor de doden.

Mannen zijn verplicht tot het dragen van een keppel  en dus zie je hier Frans met een keppeltje op zijn hoofd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 




Een grappig steegje in Na-kampa. Het steegje is zo smal dat er geen 2 mensen elkaar kunnen passeren en dus maakt men gebruik van een voetgangerslicht. Rood = wachten!
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 U Flekù is het bekendste bierhuis. Hier wordt al vanaf 1499 bier geschonken. Het donkere, zelf gebrouwen Flekbier smaakt heerlijk.














 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

links: mooi geveltje en rechts: interieur van de St.Nicolaaskerk

Onder de Waldstein-tuin          Rechtsonder: het Nationaal Theater       

 

 

 

 

 

 

 




De Petrin-heuvel is een geliefde wandelplek met zijn parken en tuinen. Bovenop staat de zogenaamde Eifeltoren, een 60 meter hoge gietijzeren toren, gebouwd ter ere van de landelijke jubileumtentoonstelling uit 1891.








 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



                 Praag een echte aanrader!