Taastrup
Maandag 6 november kregen we het bericht dat Knud Rikard Jensen (zwager) toch nog vrij onverwacht was overleden.
Dus snel een vlucht geregeld en op donderdag 9 november vlogen we - Frans, Roger, Rob en ik - naar Denemarken. We werden op Kastrup Airport (vliegveld van Kopenhagen) door Karin, de oudste dochter van Knud en Antoinette, opgehaald. Het was een half uurtje rijden naar Taastrup, waar Antoinette woont en zij was zichtbaar blij om ons te zien.
Denemarken is opgebouwd uit een aantal eilanden zoals je op het kaartje kan zien.
Taastrup staat niet op de kaart, maar Kopenhagen wel = København.
Terug naar ons bezoek:
Na de koffie werden de slaapplaatsen verdeeld en de koffers uitgepakt. Ondanks dat de reden verdrietig was, was het heel gezellig samen. Er werd natuurlijk veel over het laatste deel van het leven van Knud gesproken, maar ook over hoe hij als man en vader en Deen was.
De volgende dag was de uitvaart en koffietafel in Sengeløse; een dorp waar ze lang gewoond hebben en waar ook zijn ouders begraven zijn. In het kerkje waar we in 1989 ook zaten toen Karin en Karsten trouwden werd nu de dienst voor Knud gehouden. Na de plechtigheid gingen we allemaal - zo'n 35 mensen - naar het huis van Karin en Karsten. In Taastrup.
Hoewel Denemarken maar op een uurtje vliegen van Nederland ligt, zijn er toch cultuurverschillen waar te nemen. Zo is het gebruikelijk dat je niet gaat zitten, maar blijft staan totdat er gezegd wordt dat je mag gaan zitten omdat er bijv. eten geserveerd wordt. Je krijgt dus je drankje in je handen en dat drink je staande op. De Denen zijn erg beleefd en maken al snel een praatje, maar vergeten wel eens dat het onhandig is voor iemand die de Deense taal niet machtig is. Gelukkig spreken de meeste Denen wel Engels en dan is communicatie dus een stuk makkelijker.
Ook is het gewoon dat de familie de kist niet alleen draagt maar ook in de gegraven opening in de grond laat zakken. Daarna gaat men naar de koffietafel en ondertussen wordt het graf gedicht en versierd met de bloemen en kransen. Tot slot gaat iedereen dan weer naar het graf om een laatste groet te brengen en definitief afscheid te nemen.
Een ander afwijkende gewoonte is dat er onderscheid wordt gemaakt in het aanspreken van de oma en opa. Men spreekt over de moeder van de moeder en de vader van de moeder. En idem over de moeder van de vader en de vader van de vader. Nou is dat voor de kleinkinderen wel duidelijk, maar als oma moet je toch telkens wel weten tegen welk kleinkind je iets zegt in de trant van: `Geef dat maar even aan oma!' en zeker als het helegezin aanwezig is, dan kan dit lekker verwarrend zijn, lijkt me.
Omdat we al veel binnen hadden gezeten wilden we lekker lopend naar het huis van Antoinette gaan en Roger wilde wel mee. Natuurlijk kenden we de weg niet, want we hadden pas de dag ervoor voor het eerst voetstappen in Taastrup gezet. Maar Karsten had een carkit zo ingesteld dat er in het Nederlands de weg werd aangegeven. We hadden Roger de supervisie over de carkit gegeven en hij deed zijn taak vol overgave. Op een bepaald moment zag ik dat we vlakbij de winkelstraat liepen en dus wilde ik even gaan kijken, maar Roger vond het niet zo'n goed plan en wilde eigenlijk rechtstreeks naar huis. Maar ach nu we er toch waren, wilden Frans en ik wel eens zien wat er allemaal te doen was. Een leuke pub, een aantal winkels en verder wat mensen die er liepen. Ineens protesteerde ook de carkit, stopte met het geven van informatie en daar stonden we in het donker. Nou geen probleem vonden Frans en ik, we gaan gewoon de weg vragen. Bij een benzinepomp ging Frans het vragen en kwam even later met een plattegrondje terug en een mogelijke richting. Maar de straat waar we moesten zijn stond er niet op. Dus moesten we het toch nog eens vragen. We spraken een aantal jongens aan en zij dachten heel bereidwillig met ons mee en keken net zo belangstellend op het kaartje als wij dat deden, maar echt de weg wisten zij ook niet. Dus toen maar gewoon verder gelopen en weer dezelfde winkel gezien die we al eerder gepasseerd waren… Roger begon toch al wat ongeduriger (misschien ook wel wat zenuwachtiger…) te worden en aan te geven dat hij zich zorgen begon te maken omdat Antoinette en Rob zich wel zorgen zou gaan maken, omdat wij nog steeds niet thuis waren. Maar ach wij dachten mobiel en maakten ons geen zorgen! Even later zagen we 2 jonge mannen en wij spraken hen aan. Ze wilden ons naar een kerk sturen om dat woord in het adres stond, maar dat was niet de bedoeling. Toen wilden ze weten waar we naar toe moesten. `Naar mijn zus', zei Frans. En die gasten lagen helemaal in een deuk. Ze stonden op een paar meisjes te wachten en zij dachten wel dat die het zouden weten. Dus waren we wat verder aan de praat geraakt en toen bleek dat de ene man een vriend in Gorcum had en de ander kende iemand in het oosten van ons land. En ja hoor de vrouwen wisten het en gaven de juiste richting aan, maar het stond nog steeds niet op het kaartje. Dus die kant uitgelopen en onderweg nog een keer gecheckt bij de Falck-auto; een soort van ziekenauto. We gingen eigenlijk vooral op het logo af, omdat we dat herkenden van het werk van Marc. Deze organisatie (de ziekenwagens) in Denemarken was sinds maandag afgescheiden van de grotere organisatie. En ja hoor we zaten goed en konden ruim voor middernacht klokken.
De zaterdagmiddag gingen Frans en ik - nu eens overdag - kijken waar we de avond ervoor gelopen hadden en ik moet zeggen: met daglicht ziet het er wel allemaal duidelijker uit.
We kunnen niet zeggen dat we gewinkeld hebben, maar meer dat we een paart winkels bezocht hebben want veel winkels zijn er niet. En de pub was inderdaad gezellig.
Om een uur of half vijf zijn we weer naar Karin en Karsten gelopen - rechtstreeks en zonder carkit - en hebben daar geholpen met het tafel dekken, want het hele gezin kwam weer eten en dat was een clubje van 10 volwassenen en 9 kinderen; super gezellig.
Na afloop liepen wij weer terug en gek genoeg wilde Roger niet mee. Hoe zou dat nu komen????
De volgende ochtend was het weer tijd om de koffer te pakken. Samen ontbeten en Frans was zo attent om Rob nog een kopje koffie te geven. Hij vroeg mij in het voorbijgaan waar de suiker stond en ik had het potje eerst op tafel zien staan maar verwachtte dat het vanwege de afwas op de aanrecht was gezet en zei dus dat het daar wel zou staan. Bleek achteraf niet juist te zijn, want we zagen Rob naar de keuken rennen en zijn mond spoelen… Frans had een grote schep zout in plaats van suiker in de koffie gedaan. Hij vond het ook al wel wat vreemde suiker; een beetje grof maar ach misschien is de Deense suiker wat anders van structuur en per slot van rekening is suiker dacht hij …. Het was een goede test voor de reflexen van Rob; hij proefde het meteen en trok zijn sprintje.
De KLM bracht ons weer naar de Hollandse bodem.
Onder: leuk huisje in Sengeløse